Zwarte moerasparel

Paul Bohre

29-05-2014 00:00:00

Zonsondergang met de sterns

DOOR: PAUL BÖHRE

Vorig jaar augustus mocht ik een middag en avond mee op het zeilschip De Schuttevaer. Het is prachtige dag als we de haven van Enkhuizen uitvaren, zo het weidse IJsselmeer op. Met de wind flink in de zeilen koersen we richting vogeleiland De Kreupel, voor de kust van Medemblik. Niet toevallig ontmoet ik op de boot zwarte stern-kenner en onderzoeker Jan van der Winden. Die avond zien we vlak voor het ondergaan van de zon duizenden zwarte sterns aankomen op dit vogeleiland. Naar aanleiding van deze boottocht spreken Van der Winden en ik af dat ik dit voorjaar een keer met hem mee ga om zwarte sterns in hun broedgebieden te tellen.

Zo gezegd, zo gedaan. We brengen samen een middag door in de Zouweboesem bij Ameide, een supermooi zwarte stern-gebied met drijvende vlotjes waar ze op broeden, kraakhelder water en rommelige boerenslootjes vol vis. Ondertussen verbaas ik me over de kennis en vooral de gedrevenheid van Van der Winden. Ik had eerder begrepen dat dit betaald werk was, maar het is allemaal ‘Liefdewerk oud papier’. Ongelooflijk. Wekelijks 1-3 keer de kolonies tellen, noteren hoeveel nesten er bezet zijn, welke vogels zijn teruggekeerd (door de ringen af te lezen), hoeveel eieren er gelegd worden, hoeveel jongen uitvliegen. Van der Winden: “Alleen door meerjarig onderzoek kom je er werkelijk achter hoe het met deze vogels gaat.”

Later in het jaar, vanaf augustus, telt hij samen met vrijwilligers de zwarte sterns boven het IJsselmeer. “Ieder najaar komen hier vele duizenden vogels uit heel Europa en Rusland samen om hun veren te ruien en lichaam op te vetten. Ze eten de jonge spierings en de vele insecten (vette IJsselmeermuggen!) waardoor hun gewicht met 20 procent toeneemt. Ze gebruiken het eiland De Kreupel om uit te rusten, voordat ze dan aan hun lange reis richting de overwinteringsgebieden in West-Afrika beginnen.” Hier ringt Van der Winden veel vogels. Inmiddels draagt 1 op de 100 zwarte sterns in Europa zijn ring. En dan maar hopen dat ze teruggemeld worden uit een van de Baltische Staten, Wit-Rusland en Polen. Hun aantal schommelt jaarlijks rond de 20.000 vogels. Dus ga maar na hoeveel vogels hij inmiddels geringd heeft.

Van der Winden vervolgt: “Dan, op een dag, vliegen ze in een keer naar Afrika, 5000 kilometer. Jan is ze achterna gereisd. Heeft ze met eigen ogen zien aankomen voor de kust van Mauritanië, zien vliegen boven de estuaria van Sierra Leone, Ghana, later in het voorjaar weer voor de kust van Namibië. Jan: “Daar vliegen ze heen om garnalen te vissen. Vetten ze zich weer op voor de terugreis. En dan is het natuurlijk weer afwachten hoeveel vogels er uiteindelijk zullen terugkeren op de Nederlandse broedplaatsen. Ieder jaar is het weer spannend wat er terugkomt.”

Vandaag hebben we negen geringde vogels geteld. Volgens Van der Winden een mooi resultaat. Het kost hem duidelijk moeite om die middag afscheid te nemen van ‘zijn’ vogels. En dat is helemaal niet zo vreemd, want ze zijn ongelooflijk mooi om te zien. sierlijke vogels. Ze worden niet voor niets ook wel zwarte moerasparels genoemd. Maar wat mij persoonlijk het meest treft, is de ongelooflijke ‘drive’ van Van der Winden. Zijn onvoorwaardelijke liefde voor deze bijzondere vogels. Waarmee het in de jaren tachtig nog heel slecht ging, maar inmiddels door alle adviezen van Van der Winden en zijn vrijwilligers weer een stuk beter gaat. Chapeau. Tijd voor een lintje. En voor de lezer: ga mee, straks in augustus, om ook eens duizenden en nog eens duizenden zwarte sterns boven het IJsselmeer te zien. En te luisteren naar wat Van der Winden er over te vertellen heeft. Een onvergetelijke ervaring.

 

Kijk voor meer informatie over de zeiltochten naar De Kreupel in 2014 op www.fogol.nl . Het artikel over de zwarte stern verschijnt in het julinummer van ROOTS; lezers krijgen straks korting op de zeiltocht).

Recente Editie


Meer Blog